Een zonnige zondag in juni en we mogen coronaproof op het tuinterras bij onze CD&V-schepen Francis Stijnen voor een gesprekje over Turnhout en de politiek.
Francis, hoe lang draai jij inmiddels mee voor CD&V als mandataris hier in Turnhout ?
In 1992 kwam ik in de gemeenteraad terecht en ondertussen zit ik sinds 1996 ook al 25 jaar in het schepencollege, waarbij van september 2008 tot 1 januari 2013 als burgemeester. Een zilveren jubileum (lacht) en een teken dat we oud aan het worden zijn, maar zeker niet verbitterd door de politiek of verzuurd, al frons ik meer en meer mijn wenkbrauwen als ik zie hoe vandaag de dag aan politiek gedaan wordt.
Wat bedoel je dan ?
Voor mij is politiek altijd een middel geweest om zaken ten goede te veranderen in de stad, in de beleidsdomeinen die mijn bevoegdheid waren en te werken aan plannen op lange termijn. Vandaag willen politiekers, ik noem geen namen en ik wil zeker niet veralgemenen, maar ze willen vooral in de kijker staan en snel scoren, ze gaan sneller in op bijvoorbeeld de druk van sociale media of de pers in het algemeen. Het is ook allemaal veel vluchtiger geworden, vandaag zegt men a, morgen b en men durft minder uitkomen voor een visie. De coronacrisis was hiervan een schoolvoorbeeld op alle beleidsniveaus. Maar toch geloof ik in de goede bedoelingen en ik ben blij dat er nog mensen zijn die aan politiek willen doen. Niet gemakkelijk in deze tijden waarin individualisme en ‘gewoon genieten’ primeert.
Als schepen van financiën treedt je minder op het voorplan, of alleen als het slecht gaat ?
Dat klopt, maar als schepen van financiën heb je wel een goed overzicht over de totaliteit van het beleid. Ik heb in het verleden veel verschillende bevoegdheden gehad en dat helpt nu wel in deze functie. Persoonlijk vind ik het ook een uitdagende bevoegdheid. Zorgen voor de middelen die door de burger worden ingelegd en daar zo efficiënt en doeltreffend mogelijk mee om gaan. Ik ben trots dat we de financiën van de stad terug gezond hebben kunnen maken met een lage schuldenlast en terug ruimte om te investeren. Toch hangen er nog zware financiële zwaarden van Damocles boven ons hoofd met de pensioenen van onze ambtenaren en de armoedeproblematiek in de stad. Dit mag ons evenwel niet beletten van de investeren in de stad en te zorgen dat we de belastingdruk voor de bewoners niet verhogen.
Je bent ook schepen van markten en kermissen ?
Ja, een totaal andere wereld, marktkramers en foornijveraars. Direct, maar ook boeiend. Niet makkelijk tijdens corona, maar ik ben blij dat we onze zaterdagse markt toch aantrekkelijk hebben kunnen houden. Nu corona hopelijk in het najaar achter ons ligt, willen we extra inzetten op de promotie van onze zaterdagse markt en het winkelen op zaterdag in onze stad. Die gezelligheid van terrasjes in combinatie met de marktsfeer en de drukte in de winkelstraten moet terug bezoekers naar onze stad trekken.
Wat de kermis betreft doet het altijd deugd foorkramers te horen zeggen dat Turnhout voor hen één van de beste kermissen is. In augustus gaan we er terug voor, hopelijk strooit corona geen roet meer in het eten, gelukkig evolueert alles gunstig en kunnen we weer genieten van onze Turnhout kermis. We zitten in volle voorbereiding. Wij willen er in ieder geval voor gaan.
Wat zijn de zaken waarop je trots bent ?
Iedereen wil altijd pluimen steken op zijn eigen hoed. Politiek dat doe je niet alleen, je verwezenlijkt zaken samen, als partij, als schepencollege als stadsbestuur, ook politiekers en ambtenaren samen. Waar ik trots op ben is dat ik meer planmatig werk heb kunnen introduceren bij de stad, onder meer in de aanpak van straten en pleinen met het plan Turnhout 2002, dat ik een aantal grote stadsontwikkelingsprojecten mee heb mogen begeleiden zoals de heraanleg van de Nieuwe kaai, de reconversie van de kazerne Majoor Blairon, de uitbouw van de Klein Engelandhoeve, de vernieuwing van de Grote Markt en het project Niefhout aan het station.
Maar ook de opstart van een economiebeleid, met een uitgebouwde dienst economie waarbij ondernemers, zij het nu bedrijven, horeca of winkels meer aandacht kregen vanuit de stad en we geïnvesteerd hebben in de aantrekkingskracht van Turnhout.
Trots ben ik ook op mijn periode als burgemeester. Hoe we via het uitgebreid cameranetwerk onze tijd vooruit waren en vernieuwend politiewerk deden, gekoppeld aan preventie. Burgemeester blijft voor mij de meest dankbare politieke functie, waarin je ook veel kan realiseren en dicht bij de mensen staat. Ook al was het niet makkelijk toen met het zwembaddossier en het gecontesteerde mobiliteitsplan. Als burgemeester heb ik altijd mijn schepencollege verdedigt en ook de negatieve communicatie voor mijn rekening genomen.
Wat zijn volgens jou de grote uitdagingen voor Turnhout de volgende jaren ?
De grootste uitdaging is de verkleuring van onze stad en de vaak ermee samenhangende armoedeproblematiek die niet alleen voor deze mensen zelf, maar zowel voor alle Turnhoutenaren als voor onze aantrekkingskracht in de regio een probleem vormt. Een heikel gegeven dat we enerzijds moeten durven benoemen, maar anderzijds moeten aanpakken. Solidariteit en verantwoordelijkheidszin, tewerkstelling en onderwijs zijn hierbij sleutelbegrippen, maar ook respect en verdraagzaamheid. Een lange moeilijke weg.
Verder de thema’s die in elke stad spelen zoals de klimaatverandering, het onveiligheidsgevoel, de mobiliteit en de druk op horeca en lokaal winkelen. Toch blijf ik vinden dat wij heel veel troeven hebben. Veel geëngageerde burgers, kijk maar naar de inzet rond de vaccinaties, goede zorgvoorzieningen, een mooie groene omgeving rond de stad, vele kleinschalige initiatieven en hopelijk vanaf volgend jaar terug mooie evenementen om elkaar te ontmoeten.
Sis, bedankt voor dit aangenaam en opfrissend gesprekje.
We hebben nog lang door gekeuveld en Francis is nog lang niet uitgeblust, zijn engagement staat er nog steeds voor onze CD&V, voor Turnhout en vooral voor de inwoners van de stad, ongeacht rang of stand, afkomst of geaardheid. Sis is een echte christendemocraat.
(juli 2021)